Dure of goedkope camera kopen?

De meeste cameramerken leveren een reeks camera's. Of nauwkeuriger: camerabehuizingen - de lenzen die ze leveren passen doorgaans op verschillende behuizingen. De vraag is dus of u er verstandig aan doet om een duurder model te kopen, of dat de goedkoopste behuizing net zo goed is.

In principe is alle waar naar zijn geld: als het product te duur is voor wat het biedt, zal het niet worden verkocht. De uiteindelijke verkoopprijs is dus min of meer nauwkeurig afgestemd op wat de consumentr bereid is er voor te betalen. Er zijn merken die iets meer "status" hebben dan andere - als gevolg van een al jaren op de markt aanwezig zijn met doorgaans goede producten. De extra prijs die daarvoor kan worden gevraagd, moet niet worden overschat. Ook Canon en Nikon zijn niet in staat prijzen te vragen die niet meer in verhouding staan tot het gebodene.

Fabricageprijs

Er zijn een viertal zaken die de uiteindelijke fabricageprijs voor een groot deel bepalen:

  • sensorgrootte (aantal megapixels)
  • materiaal voor de behuizing (kunststof, magnesium, titanium)
  • levensduur (aantal opnames dat kan worden gemaakt voordat er statistisch gezien (mechanische) onderdelen gaan falen
  • oplage

Sensorgrootte

De sensorgrootte heeft een grote invloed op de prijs. Hoe groter de sensor (en bij een gegeven sensorgrootte het aantal megapixels) bepaalt in hoge mate de prijs van de camera. De prijs per pixel is in de loop van de voorbije jaren sterk gedaald, maar alltijd zal een "fullframe" sensor duurder zijn dan een aps-c sensor of een 4/3 sensor. Of u veel megapixels nodig heeft, hangt af van wat u met de afbeeldingen wilt gaan doen. Voor gebruik op websites en voor afdrukken tot 13x18 cm is alles boven 10 MP overbodig. Wilt u afdrukken op canvas van 120x180 cm of sterke uitvergrotingen, dan geldt: "meer is altijd beter".

Materiaal van de behuizing

Goedkopere camera's zijn grotendeels uit kunststof vervaardigt. Magnesium en zeker titanium zijn veel duurdere materialen - en deze worden alleen gebruikt voor duurdere modellen met hogere levensduurvereisten. Voor amateurgebruik is inmiddels kunststof meer dan goed genoeg - dus tenzij u tienduizenden foto's per jaar maakt is er geen speciale reden om geen kunststof camera te kiezen. Zolang u hem niet op een betonnen vloer laat vallen, is er prima mee te werken. Kunststof is al lang geen "minderwaardig" constructiemateriaal meer - sommige kunststoffen zijn sterker en aanzienlijk duurder dan metaal.

Levensduur

Camera's voor amateurgebruik kennen een beperkte ontwerplevensduur. Zo kan de (mechanische) sluiter ontworpen zijn voor bijvoorbeeld 80.000 keer gebruik. Als u 16000 foto's per jaar maakt, zou de camera na 5 jaar dus versleten kunnen zijn. Daar zult u geen traan om laten - tegen die tijd koopt u een betere camera voor minder geld met meer mogelijkheden.

Duurdere camera's zijn ontworpen om meer foto's te kunnen maken voor (mechanische) slijtage roet in het eten gooit. Voor beroepsgebruik waar mogelijk meer dan 100.000 opnames per jaar worden gemaakt, is dat van belang. Voor de hobbyist niet. Ook voor de duurdere camera's geldt: na 5 jaar zijn ze bij de huidige ontwikkelingstempo technisch achterhaald (maar zeker niet onbruikbaar!).

Oplage

De ontwikkeling van een nieuwe camera kost veel geld. Dat moet worden terugverdiend door het verkopen van grote aantallen. Bij de duurdere modellen worden er kleinere aantallen verkocht. Dat betekent dat de ontwikkelingskosten dus ook over een kleiner aantal camera's kunnen worden verdeeld. Het gevolg is dat de prijs/prestatie verhouding van de duurdere modellen minder goed is dan bij de middensegment modellen. De absolute prestaties zijn ongetwijfeld beter - maar daar betaalt u een in verhouding hogere prijs voor.

Verkoopprijs

De prijs die u uiteindelijk betaalt als consument hangt af van het gebodene. De leverancier kiest een verkoopprijs waarvan hij denkt dat u bereid bent die te betalen. Daarbij wordt zeker ook gekeken naar de prijs die andere aanbieders en andere merken vragen. Concurrentie zorgt er voor dat de prijs min of meer in overeenstemming is met het gebodene - in vergelijking met andere aanbieders. Bij veelgevraagde modellen zal de invloed van concurrenten groter zijn dan bij camera's die in kleinere aantallen worden verkocht. Voor de topmodellen is vaak de concurrentie kleiner - en dus zullen ze ook om die reden in verhouding duurder zijn.

Is er dan geen verschil in mogelijkheden?

Jawel. Maar er is geen direct verband tussen het aantal mogelijkheden en de verkoopprijs. De goedkoopste en de duurste camera's hebben gemeen dat ze relatief weinig mogelijkheden hebben. De meeste mogelijkheden zoals speciale instellingen voor tegenlicht, groepsfoto, portret, landschap en wat al zo meer, is aanwezig in het middensegment. Bedoeld voor de kopers die wel een spiegelreflex willen, maar geen zin hebben om zich in technische achtergronden te verdiepen en dus blij zijn met al die toeters en bellen. De betere amateur en de beroepsfotograaf hebben al die extra's helemaal niet nodig, omdat ze zelf nadenken over hun instellingen. En de koper van de goedkoopste modellen zou ze misschien wel willen, maar is niet bereid of in staat daarvoor te betalen.

Die extra mogelijkheden kosten overigens niet veel geld voor de fabrikant. De meeste extra's zitten ingebouwd in de camera software. Door de software in verschillende gradaties te leveren, kun je van een en hetzelfde basismodel een aantal varianten maken en die vervolgens voor verschillende prijzen verkopen. Wanneer die software eenmaal ontwikkeld is, kost het toepassen in meer camera's geen extra geld. Dit in tegenstelling tot fysieke onderdelen als sluiter en zoeker, waar voor iedere extra camera extra kosten worden gemaakt omdat die onderdelen nu eenmaal per stuk betaald moeten worden.

Daarnaast zijn er relatief grote verschillen in de kwaliteit/helderheid van het zoekerbeeld, de autofocus mogelijkheden en de snelheid daarvan, de mogelijkheid om met extreem hoge ISO-waarden te fotograferen en in de complexiteit van de aansturing van flitsers. Het is op dat gebied waar de "grote" merken meer bieden dan de andere - en daar hangt terecht een prijskaartje aan.

Hoe kiezen?

De eerste keuze is het "negatiefformaat" - ofwel de sensorafmetingen. Sommige fabrikanten bieden verschillende sensorgroottes aan. In de praktijk voldoet aps-c prima. 4/3 kan, maar kent beperkingen ten aanzien van de maxiamale afdrukgrootte. Er is dan ook maar één fabrikant van digitale spiegelreflex camera's die een dergelijke kleine sensor toepast. Een zogenaamde "full frame" camera is aantrekkelijk omdat grotere afdrukken mogelijk zijn en ook de detailweergave en het aantal mogelijke kleurnuances beter/groter is. Nadeel: een zeer aanzienlijk hogere prijs - niet alleen voor het camerahuis maar ook voor de bijbehorende objectieven. Voor amateurgebruik is dus een aps-c sensor het meest voor de hand liggend.

Het merk van de camera is minder belangrijk - zolang u zich beperkt tot de grotere aanbieders. Alle leveren ze goede producten - met allerlei objectieven, flitsers en andere accessoires. Er is wel verschil in het assortment van de "grote jongens" en de andere aanbieders, maar voor gemiddeld amateurgebruik zult u bij iedere leverancier alles wat u nodig hebt kunnen vinden. Wanneer u behoefte heeft aan kwalitatief goede ultrawijde groothoekobjectieven of op safari wilt met zeer lange teleobjectieven, wordt de keus beperkter. Daar blijkt dat ook die "grote jongens" hun sterke en minder sterke kanten hebben - zowel in aanbod als in kwaliteit.

Naast de al jaren bekende grote aanbieders zijn er ook een aantal nieuwe spelers op de markt. De camera's die ze leveren zijn geenszins slecht, maar het objectievenaanbod is meestal (nog) beperkt. En het is niet zeker of ze er over vijf jaar nog zijn. Wanneer u slechts een of twee (zoom)objectieven denk te kopen maakt dat niet zo veel uit. Anders wordt het als u een kwalitatief hoogwaardige set "vaste" lenzen wilt hebben. Dan is het verstandiger om bij de grotere aanbieders te kopen, zodat wanneer over vijf jaar het camerahuis is versleten of technisch achterhaald is, u een nieuwe behuizing kunt kopen waar al uw kostbare objectieven dan weer net zo goed op passen als op uw oude camera.

Uiteindelijk hangt het af van wat u er mee wilt doen. Meer mogelijkheden en betere kwaliteit kosten extra geld. U kunt uitstekend beginnen met een relatief goedkoop model en "kitlens". In een later stadium, naarmate uw vaardigheden en verlangens toenemen, kunt u er naar behoefte zaken bijkopen of delen van uw uitrusting vervangen. Bedenk dat zo lang uw eigen vaardigheden de mogelijkheden van uw apparatuur nog niet overtreffen, u geen betere foto's gaat maken door een duurder model te kopen....

"Standaardlens" of iets anders?

Veel camera's worden aangeboden met een zogenaamde "kitlens" waarmee u de meeste van uw fotografische wensen wel zo ongeveer kunt vervullen. Die "kitlens" is echter zo goedkoop mogelijk gemaakt om voor het totaal (behuizing en objectief) een aantrekkelijke prijs te verkrijgen. U kunt ook de behuizing alleen kopen en er een andere lens bij kiezen. Voor de duurdere behuizingen is dat zeker verstandiger, omdat daar de meegeleverde "kitlens" waarschijnlijk niet de kwaliteit heeft die de behuizing "aan kan".

Als u besluit niet de "kitlens" te kopen, zult u één of meer andere objectieven nodig hebben. Dat is duurder, maar biedt meer mogelijkheden. U kunt dan, afhankelijk van het type foto's dat u maakt, precies die lens uitkiezen die daar het beste bij past. Zo kunt u bijvoorbeeld een macrolens kiezen waarmee u heel dichtbij foto's kunt maken, een speciale groothoeklens voor landschappen, een telelens om vanaf een grotere afstand te kunnen fotograferen of een zeer lichtsterke lens om ook in de schemering nog zonder flits te kunnen werken. Omdat dergelijke objectieven in kleinere aantallen worden gemaakt, duurdere materialen bevatten en er minder concurrentie is, zal de prijs aanzienlijk hoger zijn. Een lichtsterke 300 mm lens kan daardoor meer dan 6500 Euro kosten....

Ingebouwde of "losse" flitser?

Een ingebouwde flitser heeft als voordeel dat u hem altijd bij u heeft. De lichtopbrengst is echter bescheiden en de flitser is meestal ook alleen maar in de stand "recht vooruit" te gebruiken. Dat geeft lelijke slagschaduwen en veroorzaakt ook vaak "rode" ogen. Met een "losse" flitser heeft u aanzienlijk meer mogelijkheden. De lichtopbrengst is groter en u kunt de flitser in verschillende standen zetten, hetgeen tot een beter uitgelicht beeld kan leiden. Een ingebouwde flitser kan wel heel handig zijn bij fotografie overdag, om schaduwen in gezichten op te helderen en om te voorkomen dat personen als silhouet worden afgebeeld tegen een lichte achtergrond.

Software

Camera's worden standaard geleverd met software voor beeldbewerking. De kwaliteit is niet slecht, maar de mogelijkheden zijn vaak beperkt en de gebruiksvriendelijkheid is meestal matig. Het verdient aanbeveling om als u meer wilt doen dan alleen de foto's vanuit de camera naar uw computer over te brengen, een apart gespecialiseerd softwarepakket te kopen alsmede een boek dat u duidelijk uitlegt wat u er mee kunt doen en hoe u dat doet. Het leren werken met die software is de snelste weg naar betere foto's! Die software hoeft niet meteen Photoshop te zijn. Goedkopere pakketten als Lightroom, Aperture of Photoshop Elements zullen in de meeste gevallen meer dan voldoende zijn. Het belangrijkste is dat u er mee leert werken. Aan uitstekend gereedschap dat u niet weet te gebruiken hebt u niks. Dat geldt overigens ook voor de camera zelf: als u geen idee heeft wat voor mogelijkheden u hebt en hoe die te gebruiken, had u beter een eenvoudiger (en goedkoper) model kunnen kopen.

Moet het wel een spiegelreflex zijn?

Inmiddels zijn er een aantal alternatieven. Ten eerste de zogenaamde "systeemcamera's" van diverse merken. Ze lijken sterk op de klassieke "meetzoekercamera's", maar zijn voorzien van allerlei electronische snufjes èn vaak van een electronische zoeker waar u doorheen kunt kijken. In plaats van een schermpje achterop de camera waar u van enige afstand op moet kijken, kunt u dus de camera stevig beet houden en ziet u ook bij veel omgevingslicht precies wat op de foto komt. Bij de modellen met aps-c beeldformaat is men inmiddels bij 24 megapixels aangekomen - zodat u er desgewenst probleemloos afdrukken van 1 bij 1,5 meter van kunt laten maken!

Een andere mogelijkheid is een zogenaamde "SLT". "SLT" is de afkorting van "single lens translucent". Het zijn spiegelreflexcamera's waarbij gebruik wordt gemaakt van een lichtdoorlatende spiegel die niet eerst hoeft op te klappen voor er een foto kan worden gemaakt en ze zijn tevens voorzien van een electronische zoeker. Dat brengt een aantal voordelen met zich mee. Ten eerste is er geen dure optische zoeker meer nodig waardoor de camera minder duur is. Ten tweede kan in de zoeker allerlei informatie worden getoond zoals bijvoorbeeld een waterpas wat bij een klassieke optische zoeker niet mogelijk is. Het derde voordeel is de mogelijkheid van continu scherpstelling, ook bij video. De verwachting is dat binnen enkele jaren dergelijke camera's de klassieke spiegelreflex geheel hebben verdrongen - of dat ze zelf weer van het toneel zullen verdwijnen...Mijn inschatting is dat de "SLT" het uiteindelijk gaat winnen vanwege de extra mogelijkheden en de lagere bouwkosten.

Beide alternatieven zijn op dit moment al zo goed dat ze niet onder doen voor de meeste aan amateurs verkochte spiegelreflex camera's.

U behoeft dus niet meer een "lompe" en "zware" spiegelreflex meer te kopen om toch verschillende lenzen te kunnen gebruiken en door de lens te kunnen zien "wat er op komt".

Links